Naast piano leren spelen, was 2016 ook het jaar waarin ik van functie veranderde. Zot eigenlijk want ik had amper een jaar voordien een andere weg ingeslagen. En toch had ik het gevoel dat ik deze kans niet mocht laten liggen. De Vlaamse overheid wou meer inzetten op gecentraliseerde dienstverlening op vlak van personeelsadministratie en wou daarvoor meer entiteiten laten gebruik maken van 1 gecentraliseerde personeelsdienst en 1 HR-systeem. Om die oefening te realiseren, zocht ze projectleiders.
Hoewel ik in 2015 bewust gekozen had voor de rol van juridisch adviseur was ik na amper een jaar alweer uitgekeken op mijn job. Ik schaamde me een beetje. ‘Kon ik dan nooit eens iets langer dan een jaar leuk vinden?’ Ik voelde me een jobhopper. Iemand die geen keuzes kan maken. Of minstens iemand die snel uitgekeken is en die het gehad heeft als er sprake is van routine. Ik heb lang getwijfeld om op die opportuniteit in te gaan, veel gesprekken gevoerd voor en achter de schermen. Uiteindelijk toch mijn stoute schoenen aangetrokken en het gesprek met mijn baas aangegaan. Niet gemakkelijk want het was net zij die ervoor gezorgd had dat ik het jaar voordien een nieuwe kans gekregen had. Ik voelde me schuldig. Ik kon me voorstellen dat ze teleurgesteld zou zijn. En toch heb ik deze keer, voor het eerst sinds lange tijd, voor mijn eigen pad gekozen. En ik heb het me niet beklaagd.
Er ging een nieuwe wereld voor me open: de wereld van programma- en projectmanagement. Ik had al vaak meegewerkt in projecten, al vaker entiteiten begeleid in de overstap naar het gemeenschappelijk personeelssysteem. Deze keer was het anders. Dit was de eerste keer dat we dit binnen een écht programma zouden aanpakken. Ik schreef me in voor een cursus Prince II en, ondanks het feit dat ik gezworen had om nooit meer examens af te leggen, ben ik toch gegaan voor mijn certificering, met succes (en de nodige stress). Het gaf me wat extra bagage om deze grote uitdaging aan te gaan.
Het was voor mij de allereerste keer dat we met een groep projectleiders simultaan aan de slag gingen. Een groep van gelijkgestemde zielen, mensen die voluit gaan voor hun doel. Stuk voor stuk mensen die oog hebben voor de mens die het onderwerp (voorwerp?) uitmaakt van een verandering. Het was een heel intense periode, een tijd van keihard werken en steevast alles opleveren in functie van de afgesproken deadlines. Het was een periode waar ik in contact kwam met veel nieuwe collega’s, andere bedrijfsculturen, andere gewoontes, maar vooral geweldige mensen. En dat is wat me drijft: nieuwe uitdagingen, nieuwe ervaringen, nieuwe mensen. Als het maar nieuw is, als het maar met mensen te maken heeft.
***
Naast veel inhoudelijke bagage, heb ik in die periode veel geleerd over mezelf. Ik heb voor het eerst mijn buikgevoel gevolgd ten koste van mijn onvoorwaardelijke loyauteit ten aanzien van mijn leidinggevende. Langs de ene kant met een zeker schuldgevoel, langs de andere kant voelde het aan als een gedurfde beslissing en de keuze voor mezelf.
En toch deed het me ook af en toe twijfelen. Twijfel over mijn drang naar vernieuwing en afwisseling. Ik begreep het niet zo goed. Had het te maken met een gebrek aan doorzettingsvermogen (zie blog: ‘Perfectionisme versus (gebrek aan) doorzettingsvermogen)? Ik heb lang geprobeerd om mezelf meer routine aan te leren, vaste gewoontes. Maar dat ligt gewoonweg niet in mijn natuur. Ik ga zelden 2 keer op reis naar dezelfde bestemming, ik neem elke dag een andere weg naar het werk (nu ja, de mogelijkheden zijn uiteraard wel een beetje beperkt), ik heb geen vaste ochtendroutine, … Ik weet intussen dat ik een heilige afkeer heb van routine.
Ik heb ook geprobeerd om me te nestelen in een expertenrol. Weg van het leiding geven. Ook dat is niet gelukt. En ondanks alles, voelt het niet (meer) als een mislukking. Er zit een natuurlijk leiderschap in mij. Iemand die altijd en overal een trekkende rol opneemt, een organisator pur sang. Iemand die altijd mogelijkheden ziet om het beter te doen en de zaken te veranderen. Iemand die ervan geniet om met de botten in de modder te staan en op zoek te gaan naar oplossingen. Het zit erin en het zal er pas uitgaan als ik het loodje leg. Tot spijt van wie het benijdt.
Toen ik in 2020 bij een loopbaancoach terecht kwam, vielen een aantal puzzelstukjes in elkaar.
- Ik ben een nieuwfreak: Ik hou van nieuwe dingen. Ik heb een sterke drive om bij te leren en op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Als ik iets nieuws kan starten, krijg ik bijzonder veel energie en ontwikkel ik een zeer hoog leervermogen. Maar zodra het nieuwe eraf is, voel ik mijn energie en aandacht afzwakken: voor mij is dat het signaal om iets nieuws te doen. Wie me een beetje kent, zal dit wel kunnen beamen.
- Ik ben ook een planmaker: Ik stel me altijd de vraag: ‘Waar leidt dit toe?’ Ik krijg pas energie als ik een duidelijk doel voor ogen heb. Van de dingen die ik doe, moet ik dan ook het gevoel hebben dat ze wezenlijk bijdragen tot dat doel. Van vergaderingen die nergens concreet toe leiden, word ik onrustig. Ik ben heel taakgericht en ga efficiënt op mijn doel af met behulp van to-dolijstjes en planningen.
- En ik ben ook een bezige bij: Mijn batterijen laden op als ik met nuttige en zinvolle activiteiten bezig ben. Op het eind van de dag wil ik het gevoel hebben dat ik iets bereikt heb, anders heb ik ’s avonds een gefrustreerd gevoel. Als ik in een situatie zit waar ik niet weg kan en die me niet boeit, word ik onrustig en denk ik aan alle dingen die ik ondertussen had kunnen doen. Als ik me ontspan, is dat een bewuste keuze en geen ingeving van het moment. Het komt er echter niet altijd van, want ik zie altijd nog werk.
Stuk voor stuk geweldige talenten, maar bij momenten geweldig vermoeiend voor mijn omgeving. Ik zit nooit stil, vraag honderd keer naar het waarom en ben gebrand op leren en afwisseling. Maar weet je wat, ik vind het niet meer zo erg. Het is wie ik ben, met mijn sterktes en mijn valkuilen. En het heeft me al ver gebracht.
Persoonlijke (en boeiend geschreven) verhalen lees ik altijd.Zelden post ik meningen (omdat het er niet toe doet).Maar nu lok je me uit mijn kot.Met die teleurgestelde leidinggevende valt het wel mee…Maar je weet.. bij teveel hooi op de vork valt er wat af …
Drang naar vernieuwing en persoonlijke ontwikkeling compenseren met een doel stellen om iets af te werken voor de organisatie lijkt me nobel. Goed bedoeld en met bewondering!
Groetjes