Blijven gaan en keuzes maken

Alles valt na een half jaar stilaan in de plooi. De routine van elke dag keert terug. Het lijkt allemaal super gemakkelijk en simpel. In de eerste plaats ben ik mama van 3 kinderen: Wannes, Marie en Louise, respectievelijk 6, 4 en een half jaar op dat moment. En uiteraard is er ook nog mijn echtgenoot. Een stille man die er altijd en overal is, die helpt waar hij kan en meer dan zijn deel van het werk voor zijn rekening neemt. Oprecht dank je wel daarvoor.

Mijn leven kabbelt rustig verder: mijn vader in het psychiatrisch ziekenhuis in Duffel, mijn grootmoeder in het woonzorgcentrum in Antwerpen. Elke zaterdag bezoek ik mijn papa, elke zondag ga ik langs bij mijn bomma of omgekeerd. Ons Louise gaat steevast mee op bezoek. In de maxi-cosi, in de buggy en later ook zelf stappend. Ze vindt het leuk om met mama op stap te gaan en overal waar ze komt, is ander speelgoed. Ze entertaint ook de mensen in het woonzorgcentrum. Het is vertederend welke invloed zo’n kind op oudere mensen heeft. Iedereen is vanaf het eerste uur fan van mijn klein spook.

En daarnaast ben ik gewoon een vrouw van 32 jaar met familie, vrienden en sociaal geëngageerd op school. Af en toe een feestje moet kunnen, helpen tijdens een activiteit in de klas bij de kinderen, koekjes bakken als ze jarig zijn, … Het kan allemaal, al voel ik stilaan wel dat er niet zoveel rek meer op zit. Er is niet zoveel ruimte meer voor extra’s. Af en toe steekt de hoofdpijn op, ik heb letterlijk en figuurlijk kopzorgen en af en toe ook slapeloze nachten. Maar ik heb nog steeds alles onder controle. Alles is geregeld, eenvoudig en elke week hetzelfde. De taakmodus en de routine krijgen de bovenhand. Het voelt niet goed en ik weet dat het gevaar om in over-drive te gaan, achter de hoek loert. Ik zag al wel wat mensen in mijn omgeving uitvallen door een burn-out. Ik ben georganiseerd en kan het allemaal wel bolwerken.

Mijn vader zijn financiële toestand is intussen licht zorgwekkend. Ik moet een harde beslissing nemen: zijn auto verkopen. Een BMW 5 reeks van 4 jaar oud. Ik ben geen autokenner, maar ergens kon ik me herinneren dat je een auto best verkoopt als die rond de 4 jaar oud is. Dan heeft hij nog een aanzienlijke marktwaarde. Dus doen we dat maar. Akkoord vragen aan de vrederechter (want ja, bij een bewindvoering doe je niks meer alleen als het op kopen en verkopen aankomt) en hoppa, alle administratie afhandelen. Voor de 2de keer word ik overmand door een serieus schuldgevoel. Ik neem een beslissing voor iemand anders. Dit keer ook met gevolgen op lange termijn. Ik pak nu een groot deel van mijn vaders mobiliteit af. Ook al weet ik dat het de beste beslissing is die ik kan nemen (zelfs zoveel jaren later). Het is hard om iemand anders zijn leven deels te leiden en beslissingen met een grote impact te nemen. Je weet dat er een vrederechter is die erover waakt dat je het ‘goede’ doet en ik was uit de financiële zorgen, maar toch. De emotionele slag die zo’n beslissing met zich meebrengt, is niet te onderschatten.

Tezelfdertijd is er ook goed nieuws. Mijn bomma kan verhuizen naar een rusthuis in Hove, dezelfde gemeente als waar ik woon. Een godsgeschenk. Ik ben in al die maanden niet zo gelukkig geweest als toen. Plots kon ik haar te voet gaan bezoeken. Kon ik gewoon op een doordeweekse dag eens langs gaan bij haar, de was oppikken, iets drinken in de cafetaria met de kinderen en gewoon een beetje babbelen. En 1 van de 2 dagen in het weekend kwam vrij. Even rust in mijn hoofd in heel deze bizarre situatie.

***

Buiten die ene dag dat ik verlof nam, de dag na de opname van mijn vader, ben ik in 2013 meestal voltijds blijven werken. Opgeven was geen optie, verlof nemen ook niet. Achteraf gezien was het een domme zet van mezelf. Ik zou het allemaal wel redden, gewoon een beetje doorbijten en niet teveel achterom kijken. Het leven is niet altijd even gemakkelijk, maar er is maar één weg en die is rechtdoor. Ik bleef gaan, eindeloos hard. Medio 2013 ben ik voor het eerst geconfronteerd geweest met tekenen van een burn-out. Ik was een half jaar lang in taakmodus gegaan. Ik had veel zorgen en dus ook wel wat slaaptekort. Mijn gezin vroeg uiteraard ook wel wat energie (oh ja, en ons jongste sliep geen enkele nacht door. Moordend tempo). Het was zeker niet altijd evident. Ik leefde voor andere mensen.

Waarom was ik zo begaan met anderen? Waarom leefde ik voor anderen en zette ik mezelf altijd op de 2de of nog verdere plaats? Waarom bleef ik meedraaien in de ratrace van de dag? Als ik er vandaag op terugkijk, is het hallucinant wat ik in die periode deed. De helft van het weekend ging naar bezoeken in het ziekenhuis en het woonzorgcentrum. Waarom? Omdat ik vond dat ik het moest doen. Ik kon mijn eigen bloedverwanten toch niet in de steek laten? Mijn bomma had me zoveel vakanties opgevangen dus ik moest nu voor haar zorgen. Mijn papa had me samen met mijn mama grootgebracht en er altijd voor gezorgd dat ik alles nodig had wat ik moest hebben. Ik moest nu voor hem in de bres springen, ook al was het emotioneel niet altijd makkelijk met het pad dat hij voor zijn opname in 2013 gevolgd had.

En daar begon ook voor het eerst het schoentje te knellen. Ik deed veel voor anderen omdat het moest. Goed, niet altijd en niet helemaal want ik zorg graag voor anderen. Het geeft me energie. Maar op momenten dat mijn lichaam niet mee wilde of op momenten dat ik het écht niet meer zag zitten, speelde dat dwangmatige wel een rol. Ik raapte al mijn moed en kracht die ik nog had bijeen om dan weer door te gaan.

Het was de periode waar ik ook voor het eerst begon te lezen over hoogsensitiviteit. Want ja, het koordje durfde al wel eens een keer meer breken. Het emmertje liep al wel eens vaker over. Tranen rolden bij momenten over mijn wangen. Het stond in schril contrast met de momenten waarop ik heel rationeel in het leven stond en alles wat nodig was onder handen nam. Het maakte me bij momenten heel onzeker.

Over hoogsensitiviteit bestaan heel wat taboes. Hoogsensitieve mensen worden vaak beschouwd als flauweriken. Zij die snel overprikkeld raken. Zij die niet tegen verandering kunnen. Zij die flippen van teveel licht, geluid, geuren, etiketjes in t-shirts en sokken met vervelende naden. Een hoogsensitief persoon (HSP) is een term uit de psychologie die in 1996 werd geïntroduceerd door de Amerikaanse psychologe dr. Elaine N. Aron en staat voor ‘highly sensitive person’. Ik herkende me in bepaalde aspecten van hoogsensitiviteit. Vooral het aspect om me te kunnen inleven in anderen en daardoor ook mezelf voorbij te lopen. Over een teveel een prikkels en niet de tijd nemen om die voldoende en op tijd te verwerken. Ik was meester geworden in me aan te passen aan mijn omgeving en wat die omgeving van mij verwachtte.  Op een dag vroeg mijn advocaat hoe lang ik dacht om dit tempo vol te houden. Dat het onmogelijk is om elke week 2 familieleden die zorg nodig hadden, te bezoeken en daarnaast ook nog een eigen gezin te runnen, 4 mensen die me evengoed elke dag nodig hadden en voor wie ik nu misschien minder kon betekenen dan wat ze nodig hadden. Die man zorgde er voor dat ik wat gas terug durfde te nemen in de hele situatie. Aan de vooravond van de grote vakantie was dat geen overbodige luxe. Ik voelde dat ik in ‘decompressiemodus’ ging, een periode van afkoeling waar je lichaam zelf aangeeft dat het genoeg is.

En ja, ondertussen ging ik werken. Ook daar was het bij momenten een uitdaging. Ik voelde me niet geweldig meer in mijn professioneel vel. Meer daarover in een volgende blog.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *