9 jaar. Onze jongste dochter Louise. Ze komt alleen thuis van school. Ik ben boven in vergadering en kan niet onderbreken. De hond heeft het wat bont gemaakt in de living. Alles ligt vol met wol, de inhoud van zijn slaapmand. Zonder aarzelen, zet Louise de hond in de bench, geeft hem een koekje en ruimt ze alles op. Klus geklaard waarna ze aan haar huiswerk begint. In een mum van tijd is ook dat werkje van de baan.
Een half uur later kom ik beneden. Enthousiast vertelt ze over haar avontuur met de hond en hoe ze het heeft aangepakt. Ze is terecht trots op haar daadkracht.
Ze vraagt of ik nog even kan meekijken naar haar huiswerk. Ik voel plots een lichte onzekerheid bij haar. ik zie meteen wat het is: werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd. Iets nieuw. Tijdens de les had ze het niet zo goed begrepen. Ze gaf aan dat ze nog even bevestiging wou (goed niet met zoveel woorden). ‘Of ze het goed gedaan had’, was haar vraag. En dat was het ook, op die hoofdletters aan het begin van de zin na. Maar ook dat zag ze direct toen ik haar vroeg wat er met woorden gebeurt als ze vooraan in de zin staan.
Breuken vereenvoudigen. Nog zo’n draak die je tegenkomt in het 4de leerjaar. Louise maakt er zich wat snel van af en vraagt zich af wat het nut ervan is. Ik geef aan dat 2/3de van een stuk taart niet hetzelfde is als 3/4de taart. Ze lacht. Dat snapt ze. Opnieuw een aha-erlebnis. Haar oogjes gaan nog meer fonkelen.
Louise steekt alles vol trots alles weer in haar huiswerkkaft en sluit af met: ‘Mama, dankjewel om er even mee naar te kijken. Nu kan ik weer verder. Ik heb veel geleerd vandaag, ook al had ik wel wat foutjes.’ Dit is een hele mijlpaal voor iemand die weinig moeite moet doen voor wat op haar pad komt. Ze leert en durft fouten maken.
Als mama ben ik trots als mijn kinderen zelf actie nemen en tot oplossingen komen. Sommige mensen zullen denken dat ik mijn kinderen te veel laat doen, dat ik ze beter wat meer zou opvolgen. Dat is wat ik net niet wil. Ik wil dat mijn kinderen zelfredzaam zijn. Dat ze hun plan kunnen trekken, dat ze leren om hulp vragen. Ik wil vooral dat mijn kinderen fouten durven maken en leren uit hun fouten en dat doen ze niet als ik er bovenop zit.
Ik wil ook geen echtgenoot, moeder, baas of collega die constant achter mijn veren zit of over mijn schouder kijkt. Ik wil een echtgenoot, moeder, baas en collega met wie ik kan sparren en die me aanmoedigen als ik met een uitdaging geconfronteerd word.
Dat is waar opvoeding en leiderschap elkaar ontmoeten. Het gaat over loslaten en verantwoordelijkheid geven, over fouten durven laten maken en eruit laten leren, over groeien en laten bloeien.