Opgebrand

Eind 2015. Ik herinner het me alsof het gisteren was. Mijn man en ik staan in onze slaapkamer. Het is kerstvakantie. Eindelijk rust. En ineens gebeurt het. Mijn man barst in tranen uit. Dit heb ik in al die jaren dat we samen zijn nog nooit meegemaakt. Dit stoere, sterke man die daar ineens ineengedoken staat. Ik weet wel dat hij het niet gemakkelijk heeft, dat hij niet zo geweldig in zijn vel zit. En toch verrast het mij op dat moment. Ik weet niet direct wat ik moet zeggen of doen. Ik kan alleen maar luisteren. En zorgen dat hij even tot rust kan komen. De veer is gebroken.

Die eerste dagen weet ik niet goed wat te doen. Ik probeer rust te brengen, me zoveel mogelijk met de kinderen bezig te houden en mijn man te ontzien. Deze tijd van het jaar maakt dat we even de stress van het werk achter ons kunnen laten en dat ook de dagelijkse ratrace van hobby’s en het schoolse leven even op pauze staan. Op één of andere manier bewaar ik helemaal mijn kalmte. Misschien is het eerder nog een fase van ontkenning of nog niet onder ogen zien wat ons te wachten staat. Het kan. En hoewel ik geen dokter of psycholoog ben, ergens wist ik dat dit niet voor even zou zijn.

Na 2 weken wordt duidelijk dat mijn echtgenoot niet direct het werk zal hervatten. Hoe lang hij thuis zal blijven, is niet duidelijk. En eigenlijk doet het er voor mij op dat moment ook niet toe. Het staat als een paal boven water dat hij eerst voor zichzelf rust moet kunnen vinden. Die allereerste weken en maanden is het niet altijd even evident. Mijn man doet zijn best, al zie ik dat hij het bij momenten moeilijk heeft. Ik ben heel blij dat hij elke dag de moed heeft om op te staan en zichzelf op één of andere manier bezig te houden.

De organisator in mij komt weer helemaal boven. Ik neem in het begin veel taken op mij. Ik vind het niet meer dan normaal. Het huishouden moet draaien, de kinderen moeten naar school, ik moet werken. Plannen, plannen, plannen. De enige manier om de winkel open te houden. Het lijkt simpel, maar dat was het niet altijd. Aanvankelijk wist ook bijna niemand dat mijn man thuis was, laat staan dat hij een burn-out had. Je hangt zoiets niet aan de grote klok. Ik ga vaak in taakmodus om niet te moeten nadenken. De eerste maanden voelt het ook aan als op eieren lopen. Zoveel mogelijk stilte in huis houden wat niet evident is met 3 kleine kinderen. Bovendien hebben mijn man en ik dezelfde werkgever dus ook dat is niet altijd evident. Als mijn man niet de fut heeft om over zijn situatie te spreken dan is dat zijn zaak. Onze werkgever heeft dat gelukkig altijd gerespecteerd.

***

Burn-out. Het is een vreemd beestje. Het overkomt je. Er zijn heel wat signalen die je lichaam en geest geven om aan te tonen dat je in het rood gaat. Dat gebeurt niet plots, wel geleidelijk aan. Je bent moe en je hebt de indruk dat je minder efficiënt bent dan voorheen. Je hebt moeite om geconcentreerd te blijven op je taken, als er iemand tegen je praat of tijdens een vergadering. Je hebt ook moeite om je dingen te herinneren. Je komt niet altijd uit je woorden en je begaat meer fouten dan voordien. Je blijft later op het werk om zo de verminderde efficiëntie te compenseren, maar zo geraak je alleen maar verder in een vicieuze cirkel. Je hebt moeite om in slaap te vallen of om terug te gaan slapen als je tijdens de nacht wakker wordt. Je denkt steeds opnieuw aan het werk, wat een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van je slaap. Je hebt de indruk dat als je rust, dit niet meer voldoende rustgevend is. Zelfs na het weekend of een vakantie, komt de vermoeidheid van voorheen in sneltempo terug. Je kan het niet helpen om aan het werk te denken en je voelt je slecht als je er aan denkt. Je bent erg prikkelbaar, je kan zelfs woedeaanvallen hebben. Je hebt de neiging om je in jezelf terug te trekken en je ondervindt een gevoel van eenzaamheid. Je hebt hoofdpijn, spier- of maagpijn, je eetgewoonten zijn niet meer hetzelfde als voorheen. Er zijn tekenen van cynisme en dit tegen de mensen rond jou (privé, vrienden, werk).

Ik kon ze allemaal afvinken. Maar draai of keer het hoe je wil, er is nog altijd een groot taboe rond geestelijke gezondheidsproblemen. Ik heb het gezien toen mijn vader in de psychiatrie verbleef, ik heb het gezien toen mijn man een burn-out had. Mensen durven er niet over praten. Mensen durven er maar moeilijk voor uit komen. En dat is bijzonder jammer. Ook ik heb een aantal keren geflirt met de grens van een burn-out. Misschien heeft de ervaring met mijn echtgenoot me telkens gered om er in te tuimelen. Ik weet het niet. Ik blijf alert voor mezelf. En ik wil hiermee ook aan iedereen die dit leest vragen om te waken over bovenstaande symptomen. Voor jezelf en voor alwie je lief is. Het is bijna zoals herkennen wanneer iemand een hartaanval of hersenbloeding krijgt. Hoe sneller je de symptomen ziet, hoe beter. Steek je kop niet in het zand. Je helpt er niemand mee, zeker jezelf niet.

En laat je helpen. Niet alleen door je naasten, maar door een professional. Het kan je zoveel bijbrengen. Zoek een dokter, een psycholoog, een coach. Elke stap die je zelf zet, is er één om uit je situatie te klimmen. Het is geen teken van zwakte. Je bent geen loser. Je hebt niet gefaald. Het is je overkomen. En wat nog meer is, het kan iedereen overkomen. Dus ook hier: neem je verantwoordelijkheid en laat je bijstaan. Het is de moeite waard. Jij bent de moeite waard.

Wil je erover lezen? Er zijn heel wat boeken op de markt. Ik geef je mee welke mij geholpen hebben. Mentaal kapitaal van @Elke Geeraerts, Zeg me dat ik oké ben van @Marcel Hendrickx, Opgebrand van @Maarten De Gendt, Depressief? Loser! van @Riadh Bahri en Perfection is a bitch van @Anja Copejans.

3 antwoorden op “Opgebrand”

  1. Annelies je bijdrage is heel belangrijk, het gesprek de dialoog hierover is cruciaal. Schaamte doet mensen dubbel lijden. Mooie getuigenis, moedig !

  2. Dag Annelies,
    Een uiterst belangrijke bijdrage in deze coronatijd waarin vele mensen op en rond de werkvloer of thuis worstelen met een heel moeilijke situatie.
    Ik wens iedereen die in een burn-out zit of er dreigt in te raken, de hulp ontvangt die jij hebt kunnen geven aan je man. Jouw idee en moed om er een treffend artikel over te publiceren zal velen diep treffen. Ik hoop dat alle lezers van je bijdrage met meer aandacht kijken naar de naaste familieleden, collega’s op het werk, kinderen thuis of elders. Dat er ook van autoriteiten, werkgevers en hulpinstanties met de nodige aandacht gewerkt wordt aan erkenning en juiste hulp.

Laat een antwoord achter aan Monique Van Camp-Van Hoof Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *